Afgelopen week kwam er een nieuwe gast. Nog nooit bij ons geweest, dus alles was nog onbekend. Ik begroet haar, op afstand uiteraard, en neem haar mee de algemene ruimte in. Achter me hoor ik veel goedkeurende geluiden, dus de ruimte bevalt, gelukkig.
Ze slaapt aan de achterzijde, dus we lopen weer naar buiten en naar haar kamer. Daar aangekomen draai ik me naar haar om, maar ze is er niet. Ze staat een stukje verderop stil te genieten. Van het uitzicht. Ik merk dat ik hier inderdaad nooit meer bij stil sta, ik loop direct door naar de kamers. Gewenning denk ik. Gek hoe snel iets ‘gewoon’ wordt.
Gelukkig kijkt haar kamer uit over de akker en ze laat dan ook haar gordijnen open. Zo kan ze er zo lang mogelijk van genieten.
Gewenning
